1. De zomervakantie hoeft niet perfect te zijn
Voor veel mensen moet de zomervakantie in alle opzichten perfect zijn: een fijne accommodatie, mooi weer, lekker eten en volop kunnen genieten. Zeker wanneer je een eetstoornis hebt, is het goed om dit idee los te laten. Want ook op vakantie zullen er minder goede dagen zijn. En dat is oké. Sta juist op die dagen extra stil bij datgene wat je echt nodig hebt.
Soms klink het tegenstrijdig om te accepteren dat er ook minder goede dagen zijn. Het gaat om acceptatie van wie je bent en wat je gevoel je vertelt. Probeer te achterhalen waar bepaalde gevoelens vandaan komen. Hierdoor doe je zelfkennis op, leer je je emoties een plek te geven en creëer je een omgeving waarin het oké is om jezelf kwetsbaar op te stellen.
2. Praat met reisgenoten
Het kan spannend zijn om met je reisgenoten over je gevoelens en over je eetstoornis te praten. Je stelt je immers kwetsbaar op. Maar het kan zeker helpen. Door erover te praten, komt er ruimte voor begrip en steun. En dit gaat jou weer de moeilijke momenten door helpen.
Je bepaalt zelf waar je over praat. Je hoeft niet alles over je eetstoornis te delen, maar het kan fijn zijn om aan te geven waar je tegenaan loopt. Ook kan het fijn zijn om bepaalde situaties samen voor te bespreken, zoals bijvoorbeeld de eetmomenten of het dagritme tijdens de vakantie. Dit kan rust creëren in je hoofd, waardoor er meer ruimte is om te genieten.
3. Leg jezelf geen druk op
Rondom de zomervakantie heb je waarschijnlijk al genoeg stress. Het kan zijn dat bepaalde oefeningen of uitdagingen nu even niet haalbaar zijn. Het is goed om dit ook te bespreken met je therapeut en met je omgeving. Bedenk dat de lat niet altijd hoog hoeft te liggen. Kijk wat voor jou haalbaar is.
4. Neem de tijd om te ontspannen
Ook jij hebt het nodig om te ontspannen. En dat mag! Dit kan al in kleine dingen zitten: een wandeling, een tijdschrift lezen, iets creatiefs doen of bijvoorbeeld muziek maken. Ook jij hebt het nodig om op te laden. Voelt dit toch spannend? Ook dat mag, kijk dan wat wel haalbaar is.
5. Maak een dagritme
Het maken van een dagritme kan zorgen voor een gevoel van veiligheid en vertrouwen. Het gaf mij altijd veel houvast tijdens mijn eetstoornis. Hoewel mijn motivatie voor herstel was om vrijer te kunnen leven, was het hebben van ritme en structuur soms nog wel even nodig.
Op bepaalde dagen had ik dit juist nodig om niet terug te vallen in perioden van eetbuien en compensatie. Dus… wat heb JIJ nodig tijdens de zomervakantie? JUP, misschien toch nog ritme in je eetmomenten, afspraken, werk, rust en beweegmomenten. En ook dat is oké.
Gratis intake aanvragen